Als kind keek ik op tv naar de animatieserie The Thunderbirds. Dit team van ruimtereizigers bezaten een huis met een zwembad in hun achtertuin dat in kon schuiven. Onder het zwembad bevond zich de garage voor de raket waarmee deze moedige mensen het gevaar in het heelal bestreden. Ik vond dat geniaal en verzon dat minstens iedereen zo’n constructie in zijn achtertuin behoorde te hebben. Misschien is daar mijn fascinatie met wonen ontstaan.
De manier waarop mensen wonen in gestapelde woningen, in hoge flatgebouwen, in straten met geschakelde woningen, in woonboten langs de kanalen. Hoe bij al deze woonvormen gemeenschappen ontstaan waar mensen zich aan elkaar hebben leren aanpassen. Waar zich vaak zelfs een zekere synergie tussen de bewoners ontstaat. Inmiddels word ik geacht volwassen te zijn en geen irreële droombeelden te hebben, maar toch…
Dromen blijft iets wat ik graag doe. En zo heb ik in mijn werk onder kundige begeleiding veel steden mogen bezoeken en mogen dromen wat de ideale stad voor mij zou zijn. Ik heb daarbij ontdekt dat iedere stad een eigen geschiedenis en karakter heeft, die past bij de mensen die daar wonen. De terugkeer van Julia Caglieri speelt zich af voornamelijk af in vier steden. Padua, Arnhem, Birmingham en Valencia. Vier steden met een eigen karakter.
Padua is een oude Romaanse stad in het industriële Veneto, een stad met een gouden kleur, volgepakt met geschiedenis, waar iedere steen van een ver verleden spreekt. De mensen in Padua dragen dit verleden in hun het diepst van hun hart mee.
Arnhem heeft gezien vanaf de Rijn met een helling naar een hoogte van bijna 80 meter boven NAP een on-Nederlands karakter. Dat is te merken wanneer je op de fiets deze stad wilt verkennen. Een goede conditie is noodzakelijk. Inmiddels meer dan zeventig jaar na het bombardement in de Tweede Wereldoorlog heeft deze stad zich opnieuw moeten uitvinden. De mooie structuur van de binnenstad was verloren gegaan. Alleen een deel van het stadhuis en de kerktoren waren blijven staan. Maar de Arnhemmers hebben het er niet bij laten zitten. Inmiddels heeft Arnhem weer een kloppend hart, met een kunstacademie aan de Rijn en een gerenommeerde modeschool, waar een spin-off van kleine ontwerpers en winkels in het modekwartier is ontstaan.
Birmingham heeft weer een heel ander karakter. Een stad met een stoer industrieel verleden. Dat is tot op heden te zien aan alle industriële gebouwen midden in de stad. De industrieën werden indertijd bevoorraad middels aanvoerkanalen. Deze aanvoerkanalen zijn behouden gebleven en geven nu een levendig karakter aan de binnenstad. Voor liefhebbers van filmdecors, de serie ‘Peaky Blinders’ is opgenomen in het oude centrum. Birmingham was de eerste autostad van Europa, alles in deze stad moest wijken voor de auto. Met de groeiende bevolking hebben deze autowegen plaats moeten maken voor de voetganger en fiets. Zoals Sal in mijn boek zal merken is dat nog steeds niet altijd even makkelijk, net als in Arnhem glooit deze stad behoorlijk. Voor shoppers kan ik het winkelcentrum The Bull ring, Grand Central en omgeving aanraden. Het is geen makkelijk stad, het heeft ook veel lelijke plekken maar de mensen in deze stad hebben een opmerkelijk veerkrachtig karakter, die overal mogelijkheden zien.
En dan Valencia. Vele jaren geleden toen ik nog in Spanje werkte, was Valencia een vervallen stad. De nauwe straten van het oude centrum vol verlaten en vervallen woningen. De rivier Turia die het grootste deel van het jaar als een droge, gigantische greppel de stad in tweeën deelde, hielp daarbij niet echt. Toen kreeg het stadsbestuur een ingeving. De rivier, die alleen in de winter dienst deed wanneer er veel regen gevallen was, werd verlegd. Van de oude droge rivier werd een groots stadspark gemaakt waar mensen konden fietsen, wandelen en sporten. Aan het einde van deze droge rivier werden er door de in Valencia geboren architect Calatrava een aantal spectaculaire gebouwen ontworpen. Een Imax bioscoop, een wetenschappelijk museum, een groots aquarium, een paleis, een reusachtig evenementengebouw en dat alles omringd door een schitterend park met een reuze vijver. Langzaam werd Valencia weer aantrekkelijk voor de bewoners en de toeristen. Welke laatste in grote getalen Valencia bezochten, niet alleen vanwege deze gebouwen, maar ook voor het lekkere eten, de paella, het mooie weer en de zeilraces die vanuit de haven gehouden worden. Om dit te ondernemen moet je als bevolking van een stad bereid zijn offers te laten. Het onderhoud van al dit moois kost de inwoners van de stad jaarlijks een lieve duit.
Maar de trotse bevolking weigert onder te doen voor Madrid en Barcelona en heeft dit offer er graag voor over. Valencia is een stad die zichzelf net als Birmingham en Arnhem opnieuw heeft uitgevonden. Voor mij tekenend voor het soort mensen wat in deze steden woont. Mensen die van hun stad houden, en de moed niet opgeven.